Ik zat van 10 juni tot en met 31 augustus in Noorwegen. Heel stoer natuurlijk, een klein meisje dat in een grote Toyota toeristen rondleidde. Dit is het verslag!

25 juni, 2005

Nog een boot

Vandaag was mijn dag vrij! Eerst lekker uitgeslapen. Ik had bedacht dat ik bij mooi weer een fietstochtje wilde maken om de omgeving een beetje te leren kennen. Helaas bleek het slecht weer. Maargoed, van een beetje regen ga je niet dood en ik kon van Gunnveig hier op kantoor een fiets lenen. Zij kon me ook vertellen dat de boot van Osen naar Vassenden waarschijnlijk vandaag voor het eerst zou varen. Dat maakte een heel leuk rondje mogelijk:



Fiets vanuit Oppdal langs het Ångardvatn richting Storli en ga voor Storli het bergpaadje naar rechts richting Vassenden, aan het Gjevilvatn. Pak daar de boot die je Osen brengt (de andere kant van het meer, staat net niet op de kaart), en vanaf daar kun je weer terugfietsen naar Oppdal. In verband met het slechte weer leek het me verstandig om voor de zekerheid fietshandschoentjes te kopen. Kost weliswaar 25 euro, maar als ik ze niet nodig had kon ik ze altijd nog ruilen.

Goed, ik ga op weg. Het stukje fietsen van Oppdal naar Lønset was iets langer dan verwacht, ik had niet gekeken naar de schaal van de kaart, maar het bleek meer dan 20 km. Lønset naar Bårdsgarden bleek ook iets in die richting te zijn, en ik kwam er iets na half drie aan. De boot zou om half vier vertrekken vanaf Vassenden en ik had geen zin om de boot te missen, dus ik overwoog mijn kansen. Nu wel naar de schaal gekeken, het leek zo'n vijf kilometer, over een bergpaadje. Stel dat ik de helft zou kunnen fietsen, ik had immers een goeie mountainbike met dikke banden bij me, dan moest dat wel te doen zijn binnen het uur. En als de boot niet voer, dan kon ik verder fietsen richting Gjevilvasshytta (op het kaartje hieronder ongeveer bij de j van Gjevilvassdalen), waarvandaan de weg weer verhard was. Dat stukje was weliswaar bijna twee keer zo lang, maar dan hoefde ik tenminste niet dezelfde weg terug en vanaf Gjevilvannshytta was het een korter stuk terug naar Oppdal. Verder had ik zo lang de tijd als ik wilde, want donker wordt het hier toch niet.

Op naar Vassenden dus. Het begon met een graspaadje, wat op sommige plekken zelfs een soort karrenspoort werd. In de laagste versnellingen van mijn fietsje nog aardig te doen, hoewel het soms echt te steil was. En na verloop van tijd werd het paadje ook een stuk smaller en steniger. Maar fier gooide ik mijn fiets tegen de hellingen aan en hij liet zich niet zomaar kennen. Het paadje leek ongeveer 1/3 van de weg omhoog te gaan vanuit het eerste dal, en de overige 2/3 ging dan omlaag naar het tweede dal. Ik schoot niet heel erg op maar dacht: straks gaan we lekker omlaag, moet je dan eens zien. Boven bleek er nog veel sneeuw te liggen. Fietsen door stukken smeltende sneeuw had ik nog niet gedaan en het bleek een leuke uitdaging. Net als het fietsen door de blubber van de gesmolten sneeuw trouwens. Op allebei moet je uitkijken dat je niet teveel kracht zet want dan slip je weg. Te weinig snelheid dan kukel je om. En over stenen kukel je ook om. Ik ben weliswaar geen man, maar het doet toch pijn om met je kruis op de stang te belanden, dus dat omkukelen leerde ik na verloop van tijd vermijden door bijtijds af te stappen. Goed, al doende had ik niet veel tijd om om me heen te kijken. Ik had het gevoel dat ik nu toch echt in de buurt was en dat die boot waarschijnlijk al klaarstond dus ik raasde verder de velden af. In de drassige heidevelden vol stenen viel er echt niet meer te fietsen. Daar gebruikte ik mijn fiets voornamelijk als wandelstok. En fierljepstok om de stroompjes over te steken.

Inmiddels begon het terrein aardig te dalen, dus het leek me dat om iedere hoek het meer kon blinken. Maar nee. Na verloop van tijd leek het pad meer begaan; iemand had zelfs planken over stroompjes heengelegd. Oh, dan ben ik in de buurt, dacht ik. Eindelijk kon ik het meer zien liggen. Ik keek op mijn telefoon om de tijd te zien. 15:45, de boot hoort een kwartier weg te zijn. Ik speur het hele meer af, maar geen boot te zien. Misschien voer hij ook wel niet vandaag... ik wil toch nog even aan de waterkant kijken, misschien een leuk uitzicht en misschien dat er daar toch nog een boot ligt. Ik besluit mijn fiets nu maar achter te laten. Even denk ik: "Straks wordt ie gejat". Maar Vassenden is Amsterdam niet.

Zonder zware wandelstok loopt het ineens een stuk makkelijker, en het meer ziet er prachtig uit! Nergens een boot of ander teken van leven te bekennen, dus die vlieger ging niet op. Ik had onderweg niet zo op de blubber gelet en was al eens uit mijn schoen gestapt toen die in de blubber bleef hangen (ik kon de schoen niet eens meer zien, maar even grabbelen in het gat en ik had hem weer terug), dus ik was blij dat ik droge sokken bij me had. Lekker even gezeten, wat gedronken en bedacht wat ik nu weer ging doen. Het oorspronkelijk plan b, doorlopen naar Gjevilvannshytta, leek ineens iets minder slim. Ik had er geen idee van hoe begaanbaar dat stuk zou zijn, maar het was in elk geval niet verhard en langer dan het stuk wat ik nu achter de rug had. En mijn telefoon had geen bereik en eigenlijk vond ik mezelf ineens een beetje dom: niemand vertellen waar je heengaat, op een plek waar geen mens komt en waar je alleen vandaan komt als je kunt lopen. Het leek me het verstandigst om dezelfde weg terug te gaan. Ik had nu vier uur gelopen, dus dan zou ik rond achten terug zijn, nog op tijd voor eten in het hotel.

Op de terugweg ging ik iets behoedzamer te werk. Ik had nog steeds alle tijd en wist nu dat ik me echt geen gebroken enkel kon veroorloven. Helaas ging het naarste 2/3 van de tocht, wat op de heenweg nog bergafwaarts was, nu ineens omhoog! Die fiets naar beneden slepen door de sneeuw is 1 ding, omhoog slepen kost wat meer moeite. Het leek of er geen einde aankwam en die droge sokken waren al meteen kletsnat van mijn doorweekte schoenen.

Maar natuurlijk, ook de stukken die op de heenweg omhoog waren, gingen op de terugweg ineens omlaag! En dat waren de graspaadjes. Zoefzoef... handjes op de remmen en gaan! Een poep en een zucht later ben ik terug in de bewoonde wereld. Nu alleen nog even fietsen en ik ben weer thuis. En op de heenweg had ik tegenwind, dus dat komt ook wel goed. Dacht ik. Maar ruim twee uur fietsen op een te kleine mountainbike als je het eigenlijk wel gehad hebt, met doorweekte schoenen en iets minder doorweekte handschoentjes is toch niet echt een kwestie van 'effe'. Gelukkig ging de zon nog even schijnen toen ik het dal uit kwam en mijn goretex-jack bewees weer eens zijn nut. Moe en grijs van de modder kwam ik om kwart over acht thuis aan. Dennis was ook thuis. Het eerste wat hij zei was: "Je kan niet gaan douchen. Het putje is verstopt en bij mij was het na 1 minuut overstroomd. De buurvrouw kwam al klagen"

Volgende keer ga ik wel gewoon slapen op mijn vrije dag :-)

Oh, en die handschoentjes waren het geld wel waard!

1 Comments:

Anonymous Anoniem said...

hoi,

Ik woord er moe van als ik het lees. Het is dan maar ook goed dat ik gister de hele dag op strand west lag (ja ja, een echte stadsstrand met hekken zodat je het water niet ingaat). Laat maar weten als je weer zoveel activiteit heb geplanned, dan zal ik extra hard proberen om uit te rusten. Zo blijft de wereld nog in balans. (laat maar niet weten waneer je uitrust, iemand anders mag voor je in activiteit komen)

mvg,
Jasper - die vind dat er wat meer comments mogen zijn.

2:49 p.m.

 

Een reactie posten

<< Home