Ik zat van 10 juni tot en met 31 augustus in Noorwegen. Heel stoer natuurlijk, een klein meisje dat in een grote Toyota toeristen rondleidde. Dit is het verslag!

12 juli, 2005

Eindelijk mijn eerste wandeltocht

Afgelopen zondag zou ik voor het eerst zelfstandig een wandeltocht lopen. Op het afspreekpunt kwamen twee mensen opdagen. Die hadden er weinig fiducie in. Het weer was slecht en ik moest ook nog om een lift vragen omdat een van onze auto's in reparatie was en de andere auto weg was op muskustocht. Toen besloten zij het toch maar af te blazen en ging de hele tocht niet door. Achteraf niet zo erg, want het bleef de hele dat rotweer.

Maargoed, vandaag stond dezelfde tocht op het programma, ditmaal met 8 voorinschrijvingen en goede weersvooruitzichten. De tocht is een rondje Åmotsdalen, dat is een mooie vallei rondom de rivier de Åmot (Noors is zo moeilijk niet :-)). Alles bij elkaar zo'n 12 km en in de bergen maakt dat een flinke wandeling. Mijn 8 inschrijvingen waren 4 ouders en 4 kinderen, van 6 tot 14 jaar (de kinderen dan, de ouders zaten qua leeftijd hoger). En nog een hond. Dennis wenste me veel sterkte; hij heeft wel ervaring met tochten waarbij hij jankende kinderen moest dragen. Maar het jochie van 6 hield van wandelen. Zeiden ze...

Goed, wij in de auto's. Ik moest andermaal een lift bietsen, en dat lukte, zonder schoorvoeten. En toen de weg. Ik wist bij welke afslag, en dan moesten we daar over het water. Afslag genomen, ineens zie ik sneller dan verwacht een brug. Hee, die moesten we hebben, riep ik. Goed, alletwee de auto's keren en wij de brug over. Die weg liep dood op een camping. "Onee, toch niet. Oeps." Wij weer terug. Ik had even geen flauw idee meer welke brug we nou moesten hebben...

De volgende brug dan. De chauffeur vroeg me of ik het zeker wist. Nee, moest ik bekennen. Maar even later herkende ik het en pfff... we reden goed. Naar de parkeerplaats. Over de wandelroute was ik een stuk zekerder, maar echt een goede beurt had ik nog niet gemaakt. En dan moest nog het ergste komen: het vuurtje stoken. Op een vuurplaats konden we een vuurtje maken voor pruttelkoffie. Heel pittoresk, maar heel irritant als het niet wil fikken. De vorige keer had het erg lang geduurd voordat Dennis een vuurtje had gekregen dat nog een beetje door wilde branden. En ik moet zelf bekennen nooit zelfstandig een goeie fik gemaakt te hebben. Wel vroeger veel gepookt bij de open haard en bij kampvuren, maar toch nooit helemaal alleen. Een van de twee gezinnen bleek een boerderij te hebben. Daar gingen ze vaak een vuurtje maken, vertelde Stef, het jochie van 6, me. Aha... leuk, en nu mocht ik als stadsmeisje laten zien hoe het moest. Haha...

Goed, aangekomen bij de hut met vuurplaats besloot ik eerst iemand weg te sturen om het water te halen, zodat ik me op het vuur kon concentreren. Rustig zocht ik wat stro, berkenschors, kleine houtjes, grotere houtjes... beetje schikken, aansteker erbij. Stro, schors, houtjes fikten... tegen grotere blokken... knetter knetter... Ik had vuur gemaakt! De fles benzine kon voor de verandering in de tas blijven zitten. Hup keteltje erop en als een soort volleerde gids kon ik een half uurtje later verse, precies goed sterke pruttelkoffie inschenken! Oooh yeah!!!

De rest van de tocht ging lekker... gezellig gekletst met de verschillende deelnemers. Het is nu vakantie in Midden-Nederland, dus ik kon mijn gooise r goed oefenen. Eenmaal op de terugweg werden de kinderen natuurlijk wat hangeriger. Stef had de hele weg snel vooruitgelopen (echt snel, hij liep echt door met die kleine beentjes, wilde zich natuurlijk ook wel bewijzen voor de groep), maar het laatste uur had hij het echt gehad. Nouja, hij heeft toch nog doorgebeten en om half vijf was de hele troep, inclusief hond weer terug bij de auto. Iedereen was tevreden over de tocht...

Goed, behalve het de weg kwijt raken doe ik het nog zo slecht niet hier... En wat een prachtig weer zeg! Gauw weg van die computer...